En het geschiedde op de weg, in de herberg, dat de HEERE Mozes tegenkwam, en hem zocht te doden. Toen nam Zippora een stenen mes en besneed de voorhuid van haar zoon, en wierp die voor zijn voeten, en zei: Voorwaar, gij zijt mij een bloedbruidegom! En Hij liet van hem af. Toen zei zij: Bloedbruidegom! vanwege de besnijdenis.
Exodus 4: 24 -26 (Statenvertaling)
Ik ben besneden in mijn mond. Gisteren heeft de tandarts het riempje dat mijn onderlip met het tandvlees van mijn onderkaak verbond, doorgesneden – om meer ruimte te maken voor het nieuwe frame dat mij al maanden lang dagelijks pijn bij het eten bezorgt. Heel lang heeft hij geprobeerd het frame aan te passen aan mijn mond, gisteren begreep hij dat hij mijn mond moest aanpassen aan het frame. Aldus voegde hij een nieuw hoofdstuk toe aan de kruistocht die mijn moeder van jongs af aan tegen mijn gebit voerde.
Mijn moeder was een gelovige vrouw, maar ook erg praktisch. Zij moedigde haar kinderen aan om ‘s avonds voor het slapen gaan het tanden poetsen achterwege te laten. Dat scheelde tijd en rompslomp. De kinderen vonden het wel best zo en groeiden op met rampzalige gebitten. Ook ik onderging gelaten de vele pijnlijke behandelingen waaraan de tandarts mij jaar in jaar uit onderwierp en wachtte op het moment dat hij mij aan een kunstgebit zou gaan helpen. Voor mijn ouders was de overgang naar een kunstgebit vroeg in de volwassenheid even vanzelfsprekend als het wisselen der seizoenen. Een soort Goddelijke ordinantie. Het leven was niets anders dan een gestage dood, leerden zij in de kerk en ik heb hen nooit anders gekend dan met een volledige boven- en onderprothese. Het was bijna een teken van vroomheid, om je zo overduidelijk niet te verzetten tegen de vergankelijkheid van het lichaam. Dat de Bijbel het lichaam der gelovigen een tempel van de Heilige Geest noemde was natuurlijk vooral bedoeld om de seksualiteit in een kwaad daglicht te stellen, en kon onmogelijk betekenen dat je bij voorbeeld moest proberen je gebit gezond en sterk te houden.
Ongeveer in dezelfde tijd dat ik het geloof van mijn ouders vaarwel begon te zeggen besloot ik om in de grote stad waar ik inmiddels woonde een moderne groepspraktijk van pas afgestudeerde tandartsen te bezoeken, in plaats van de grimmige, ouderwetse tandarts in het achterlijke provinciestadje waar ik mijn jeugd had doorgebracht. Ik was op het ergste voorbereid en verwachtte eigenlijk te horen te krijgen dat mijn gebit niet meer te redden was. Tot mijn verbazing en opluchting bleek deze angst ongegrond. Er werd een behandelplan opgesteld, er werd het een en ander getrokken, hier en daar werd een kroon geplaatst en de boel kon weer jaren mee, verzekerde men mij. In de jaren daarna liet ik nog meer kroon- en brugwerk plaatsen, waarna alles er weer redelijk uitzag en mijn afvalligheid van het geloof van mijn ouders definitief zijn beslag kreeg.
Zo leefde ik voort. Ik werd ouder. Mijn ouders stierven en mijn zussen en ik begroeven hen. Sinds de dood van mijn moeder begint mijn gebit snel achteruit te gaan. Elf elementen zijn er de afgelopen jaren getrokken of anderszins verwijderd. De gaten zijn opgevuld met een frame boven en een frame onder, die de komende jaren naar believen verder kunnen worden opgetuigd. Ik ben vergankelijk. Onvermijdelijk keer ik terug tot het stof. Mijn verzet tegen de God van de slechte gebitten is gedoemd te mislukken. Zoals Hij Mozes opzocht omdat die zijn zoon niet had laten besnijden, zo zoekt hij mij op omdat ik mijn eigen gebit niet wil opgeven. Uiteindelijk bestuurde Hij de tandartshand zodanig dat ik werd besneden in mijn mond. Na de ingreep bloedde de wond urenlang en telkens verving ik een van bloed doordrenkt en verzadigd verbandgaasje door een nieuw exemplaar.
Vannacht zal mijn moeder mij verschijnen in de droom. Zij draagt een lang wit kleed en zingt: Ik heb mijn klederen gewassen in het bloed van het Lam. Ik kniel voor haar neer en raak met de bloederige verbandproppen haar voeten aan. Bloedmoeder, fluister ik. Gij zijt mij een bloedmoeder. Dan kijk ik naar haar omhoog. Ze strekt haar armen naar mij uit en lacht naar me. En terwijl ik staar naar die verblindend witte tanden, weet ik: onecht.
Poehee. En dan de omgeving ook nog in een nieuw jasje, fijn! Krijg alleen het gravatartje niet aan. Oja toch. Sterkte met de bloederigheid!
PS verwijzing naar mijn weblog zit een vreemd linkje achter! http://heldenreis.nl/blog
Ja, ik zie het. Bij anderen, bijv. Odette, kun je dan doorklikken op View complete profile en daarna Blog. Bij jou lukt dat niet. Misschien omdat je WP.org hebt? Dan zou het zoiets als de Wet van de Remmende Voorsprong zijn.
maar ook niet als je hem weghaalt en opnieuw invoert? Hij verwijst nu naar de site toen hij nog in aanbouw was.
Hij wijst nu naar deze link: http://heldenreis.wpwebbouw-os.nl en hij moet naar http://heldenreis.nl/blog
Ik snap het. Ik ga je ontvolgen en dan over een etmaaltje ofzo weer opnieuw volgen. Kijken of WP wil meewerken.
Zo, wat een mooie outfit heeft jouw blog aangetrokken en wel in bloed gedrenkt. Echt ik leef met je mee. Van den tongriem gesneden komt in mij op. Heeft dat iets te maken met de incisie in jouw mond gemaakt?
Zeker is dat je een mooi stukje hebt geschreven over het verval der dingen en mensen. Gelukkig kan je ook bijten zonder je echte tanden!
P.s. hoe kan ik hier een avatar van mezelf inzetten i.p.v. dat knipwerkje?
Hoi Sagita, dank voor je reactie! Ik denk dat je een gravatar moet aanmaken met foto of andere afbeelding op gravatar.com
Klinkt een beetje als een toestand. Ziet er wel interessant uit zo’n frame. Nog even en je kunt meedoen in de volgende James Bondfilm. Beterschap!
Ps. Leuke nieuwe look – en dan heb ik het over je blog 🙂
De volgende James Bondfilm. Zo had ik het nog niet bekeken. Ieder nadeel heeft toch maar zijn voordeel.
Cool: de tale Kanaäns! Daar ben ik ook mee opgegroeid. Toen de polio ons dorp naderde en mijn verzoek om vaccinatie door mijn ouders werd afgewezen, heb ik van zolder gereedschap gehaald en onder mijn bed verstopt. Ik nam me voor mijn godvrezende ouders te vermoorden als ik door de polio getroffen zou worden… Mijn besluit tot eigenrichting heb ik gelukkig niet hoeven uit te voeren. Het verval beperkt zich tot op heden tot een kunstoog en twee gehoorapparaten. Dat laatste waarschijnlijk omdat ik zo weinig naar Gods woord heb geluisterd dat ik zelfs het horen verleerd ben.
Succes met je frame!
Een onbesnedene van hart en oren, dat ben je. Maar echt, dat had ik niet achter je gezocht. Een vechter ben je dus. Poeh, volgens mij heb je het nog wat zwaarder gehad dan ik, want vaccineren deden mijn ouders gelukkig wel aan. En dat je een kunstoog en twee hoorapparaten hebt moet ik even verwerken. Zo’n frame is zo gek nog niet, eigenlijk.
Overigens had je niet al te zwaar door de polio getroffen moeten worden natuurlijk om daarna je ouders nog te kunnen ombrengen….
Ha, ha, zo is het: onbesneden genieter van de Seculiere Leegte! Ik weet natuurlijk niet of je iets anders achter me had gezocht…en of je nu blij verrast of diep teleurgesteld bent…
Het charmante van die gehoorapparaten is dat ik ze uit kan doen als de pubers ten gevolge van hun incoherent vurende neuronen wartaal uitslaan!
Je hebt natuurlijk gelijk dat de polio mij ook geheel en al had kunnen uitschakelen. Blijkbaar rekende ik er (ook) als kind al op dat het lot me wel zou kunnen raken maar niet zou verpletteren.
Ik wens jou en al je lezers een bijzonder mooie dag!
Ik ben blij verrast vanwege je ongebroken vitaliteit.
Wat het schrijfwerk betreft heeft de tand des tijds nog geen vat op je.
Heb je de doekjes voor het bloeden inmiddels afgelegd?
Hopelijk helpt deze ingreep.