Onze zoon van vijftien moest vorige week vrijdagochtend alleen nog naar school voor het Kerstontbijt. Tot twee jaar geleden volgde hij vrijeschoolonderwijs en je kunt van antroposofen zeggen wat je wilt, maar Kerst vieren kunnen ze. Jaarfeesten, seizoenen, cycli in het algemeen en christelijke feesten in het bijzonder genieten hun warme belangstelling en worden met veel ritueel en omkleding gevierd. Sint Maarten, Sint Nicolaas en Kerst worden in één groot verband met elkaar geplaatst, Advent wordt uitgebreid gevierd en dan is er nog de apotheose met het Kerstspel, het Driekoningenspel en het Paradijsspel. Een vrijeschooljuf vertrouwde mij eens toe: “Ik heb heel wat jaren op de Kerstborrel gestaan met de gedachte: als er nu iemand iets tegen mij zegt, begin ik te janken, zo moe ben ik.”
Maar helaas, zoals dat soms gaat in het leven: onze zoon en het vrijeschoolonderwijs groeiden uit elkaar. Hij heeft het achterlijke antroposofische bijgeloof achter zich gelaten en bezoekt nu de Verlichte Openbare School. Over deze school niets dan goeds, want eenvoudig is het niet om tussentijds je kind op een andere middelbare school te krijgen en al helemaal niet als het kind een vlekje heeft, zoals wij mochten ondervinden. Gelukkig is er dan altijd nog de openbare school, die, als wij het goed begrepen hebben, verplicht is ongeveer ieder kind te accepteren. Hulde aan de openbaren.
Op deze nieuwe school is alles perfect geregeld, op papier. De werkelijkheid is soms weerbarstiger. Neem bij voorbeeld bovengenoemd kerstontbijt. In de dagen eraan voorafgaand was zijn mentrix ziek, waardoor er onduidelijkheid was over de vraag welke inbreng van de leerlingen zelf verwacht werd. Moesten ze iets lekkers meenemen en dat vervolgens met elkaar delen? Het had het begin van iets moois kunnen zijn. Maar neemt u van mij aan: dertig pubers van een jaar of vijftien met, laten we zeggen, uiteenlopende levensbeschouwelijke achtergronden, zijn niet geïnteresseerd in het organiseren van een gezamenlijk kerstontbijt, en al helemaal niet als de reële kans aanwezig is dat, door ziekte van een docent, heel het zinloze gebeuren hen bespaard kan blijven en zodoende de kerstvakantie met een extra dag verlengd zou kunnen worden. Maar, zoals het vaker gaat in kerstverhalen, alles keerde zich ten goede en op donderdag was de betreffende docente plotseling weer genezen. Nu trad zij in overleg met de klas. Zij begreep, zette zij uiteen, dat het voor de kinderen bezwaarlijk was om nu, op zo korte termijn, nog een eigen bijdrage aan het kerstontbijt te leveren. De bijdrage aan de school voor het budget was echter maar beperkt, zei zij: één euro per leerling. De klas besloot onmiddellijk unaniem dat deze euro per leerling het best gezamenlijk bij de plaatselijke McDonalds besteed kon worden, want daar schijn je zelfs voor dat bedrag al iets geserveerd te kunnen krijgen dat de naam “burger” draagt.
Ik had er alle begrip voor dat je van een openbare school niet kunt verwachten dat Kerst op de traditionele manier gevierd wordt, maar ik moest toch slikken bij het idee dat er van het hele kerstverhaal niets anders zou overblijven dan de wereld verloren in schuld – hier gepersonifieerd door het hamburgerrestaurant en zijn bezoekers – en, met een beetje geluk, hooguit enkele fragmenten van de os die wellicht in de burger verwerkt zouden zijn. Niettemin toog onze zoon die ochtend zonder ontbijt naar school in het vaste geloof dat hem de vertroosting van een burger als kerstontbijt wachtte en nam zelfs extra geld met zich mee om het sobere gerecht met een beker gezonde cola weg te kunnen spoelen.
Al vrij snel stond hij weer op onze stoep. De vakantie was begonnen. En, informeerde ik voorzichtig, zijn jullie nog bij McDonalds geweest? Nee, antwoordde hij teleurgesteld, de juf had het toch nog gepresteerd om van die dertig euro krentenbollen en allerlei rare broodjes en kerstkoekjes en pakken sap te kopen. Maar bijna niemand had iets genomen zei hij. Maar je hebt toch wel iets gegeten? vroeg ik bezorgd. Ja, antwoordde hij, drie kerstkoekjes. Mooi, zei ik, mooi, heel mooi. En dacht bij mijzelf: een heilig getal, voor elk der Koningen één. Alleen jammer dat het geen Mariakaakjes waren. Maar eigenlijk wel mooi dat het niet zo overdadig was. Kerst gaat tenslotte over meer dan alleen maar lekker eten.
Adriaan wat een heerlijk verhaal! De hele antroposofische schooltijd van mijn zoon zag ik voorbij trekken. Ja mooi! En die uitbreiding met het andere onderwijs is echt een Openbaring. Echt kerstverhaal!
Fijne dag!
Dankjewel Sagita. Ja, een Openbaring, zo had ik het nog niet gezien!
geweldig verhaal weer! dank en fijne dagen!
Hartelijke groet Harry
Hé Harry, dankjewel voor je reactie. Jij ook hele fijne dagen! Hartelijke groet.
Briljant!
En nog mooie dagen toegewenst,
dat het komend jaar veel blij gevoel mag brengen!
Ilse
Dankjewel Ilse. Jullie ook mooie dagen toegewenst!
…hooguit enkele fragmenten van de os die wellicht in de burger verwerkt zouden zijn. ….
🙂 ik heb genoten van dit heerlijke verhaal – mijn kinderen zouden zonder blikken of blozen ook naar de MacDreck zijn gegaan
Dankjewel! Wat een verrassing, een jaar na dato nog een reactie. Gebeurt niet iedere dag 🙂