Wij vulden de schoolpleinen en speelplaatsen
met onze kinderen en aanwezigheid
troefden dagelijks elkaar af met onze verhalen
corrigeerden demonstratief ons nageslacht
alles kochten wij voor de eeuwigheid
de belangrijkste mensen ter wereld waren wij
hoeders van ons eigen voortbestaan
nooit voelden wij ons sterker dan toen
er nog een kinderlijk geloof in ons was.
Wij maakten de wereld leefbaar
bouwden aan bruggen, wegen, verbinding
spin in het web waren wij
geboren in het lichtste moment van de geschiedenis
genoten wij vanzelfsprekende voorrechten
torens van Babel richtten wij op
als vorsten leefden wij, lachten om piramides
kriskras over de aardbol vlogen wij
ons netwerk zorgvuldig onderhoudend.
Wij scharrelen doelloos rond in de eetzaal
een enkeling nog zonder rollator
de bruggen en wegen die wij bouwden
zijn rijp voor de sloop de steden
die wij bewoonden bestaan niet meer
verschrompeld zijn onze wolkenkrabbers
ons besef van bestaan lost langzaam op
hadden wij kinderen of waar zijn die dan
wanneer komt de zuster, wie brengt ons thuis.
Ontroerend mooi. Om te huilen.
Dank je!
Zo gaat het, maar toch…
Het kind kan blijven, het staat op een hoge stoep
Of het speelt in de verre vallei, en wij kunnen het nog zien
Wij kunnen het nog roepen,
Soms komt het naast je zitten,
Op de bank in de schaduw.
En vertelt hoe het is als je later groot bent.
En geeft je een handje,
Vol geluk.
Zo had ik het nog niet bekeken….
Prachtig verwoord herkenbaar gevoel. Komt nooit meer goed hè?
Ooit komt alles goed, maar of wij het nog mee zullen maken?
Na ons komen weer nieuwe bouwers en hopelijk blijven er zusters.