Tegen vijven als het opkomend daglicht
de straling van het laatste verlichte venster
in de torenflat buiten doet verbleken
sluit zich een hand om je enkel
trekt je alsnog mee de diepte in
naar het spooklandschap van je dromen
vanuit rookgordijnen treden herinneringen je tegemoet
buiten komen verkeersstromen op gang
worden terroristische aanslagen voorkomen of juist niet
’s middags als je moe opstaat
tuurt aan de andere kant van de wereld
een machthebber ’s nachts in zijn werkkamer
met een door drank beneveld brein
peinzend naar een rode knop.
Een gedachte over “De nacht valt nooit in slaap.”