Een vloed verwensingen en vloeken
sloeg razend in een andere tijd
een gat in het achterland
en nu nog drijven letters op het water
van het verdronkenwoordenvliet
daartussen vissen, op hun rug
gestorven aan het lezen.
Vanaf de oever schreeuw ik luid
mijn hardop uitgesproken liefdewoorden
naar de verlaten overkant:
ooit moet de boel toch weer verzanden.
doet me denken aan die regel van Michel van der Plas ” … van liefde die verzand is tot erbarmen …”
mooi.