Wie één keer over zijn lichamelijke gezondheid heeft geschreven en daarbij een operatie aankondigde moet natuurlijk met een vervolg komen. Want hoe is het nu met de patiënt? Ik ben twaalf dagen geleden uit het ziekenhuis ontslagen en al die tijd voel ik al de verplichting om mijn trouwe volgers te informeren. De verplichting ja. Want inspirerend is het niet om te moeten schrijven dat alles goed is, dat het meeviel en dat er eigenlijk niets aan de hand is. Ik, die met alles wat ik schrijf altijd maar één doel heb, namelijk duidelijk maken dat er met het leven onnoemelijk veel mis is, dat je niemand kunt vertrouwen en dat het nergens veilig is, zou nu opeens moeten gaan melden dat alles dik in orde is? Het voelt alsof ik terug ben op de middelbare school en opgezadeld word met een onmogelijke opsteltitel, zoals “Mijn fijnste vakantie” of “Mijn mooiste herinnering”.
Maar oké. Voor deze keer dan. Alles is goed. De zorg was perfect. De verpleging, de chirurg, de anesthesist, het morfinepompje: perfect. Het infuus, de katheter, de postoel: perfect. De andere patiënten op zaal: vertederend. Het herstel: voorspoedig. Het verwijderde weefsel: maagdelijk, vrij van verontreinigende startups. Verdere behandeling: overbodig. De casemanager oncologie: niets meer van vernomen. Ik heb verassend veel blijken van medeleven ondervonden: bezoek, bloemen, kaarten, cadeaus en virtuele betrokkenheid via satellietverbindingen en glasvezelkabels. Het was hartverwarmend. Helend, ongetwijfeld. Maar ik weet niet hoe ik erover moet schrijven zonder dat het in stichtelijk gestamel ontaardt. Voor één keer zou ik willen dat ik meer op Linda de Mol leek. Had ik ook maar dat vermogen om het volstrekt alledaagse als een onvergelijkelijk hoogtepunt te beleven. Maar zeg nou zelf, lieve mensen, als alles goed is, waar moet je dan nog over schrijven? Soms schuurt het leven niet. Volgende keer beter en over tot de orde van de dag.
Nou ja, één ding moet me nog wel van het hart. Ik besef dat ik ontzettend veel geluk heb gehad. Ten opzichte van heel veel anderen voel ik me bevoorrecht. Waarom zij pech hadden en ik geluk? Wie zal het zeggen. De teerling is voor het moment geworpen. De goden dobbelen en voorlopig ben ik met de schrik vrijgekomen.
Adriaan ik ben blij voor je dat het zo goed met je gaat. Ik moest even hard lachen om je posimistische tintje aan het verhaal. Voor je pessimistische ziel is het natuurlijk graven geblazen om over nare onderwerpen te schrijven.
Gelukkig (ja, toch maar gelukkig) leven we in een land waar veel gekke en vervelende dingen gebeuren.
Inspiratie zat, toch? 😁
Ik lees je graag, trouwens.
Ja, ik blijf van mening dat de schaduwkanten van het bestaan structureel onderbelicht blijven. Dank voor je reactie!
Dat snap ik. Liever woon ik in de duisternis. Onderbelicht komt mijn zwarte zijde beter uit. #lijfspreuk
gefeliciteerd

🙂
Een nog verder goed herstel toegewenst!
En dat de zon nog maar wat meer mag gaan schijnen in het leven
Saaiheid is zó underrated!
Zonder saaiheid had de wereld allang opgehouden te bestaan.
Gelukkig toch een minpuntje. De casemanager nooit meer iets van vernomen, slordig!
Ik ben wel blij met dit saaie schrijven …
Hopelijk schuurt er snel iets.
De casemanager heeft nog vijf jaar. Tot nu toe doet ze het perfect, in mijn ogen.
Maar eh.. hoe was het eten?
Toch verheugd om je berichtje, ik heb er – zonder dollen – af en toe bij stilgestaan;
‘Hoe zou het met Adriaan gaan..’
We strompelen dus blijmoedig voort..
Het eten was onvergelijkelijk veel beter dan 45 jaar geleden maar nog steeds niet zo goed als thuis. Het strompelen gaat trouwens iedere dag beter!
Dank voor dit bericht. Als raspessimist durf ik nooit naar de uitkomst van iets te vragen. Maar dit is fijn om te horen. Top!
Dank voor je reactie! Blij dat ik je gerust heb kunnen stellen 🙂