Toen adeldom nog verplichtte werd het pluche
wekelijks geschuierd. Feesten waren plechtig,
ingebed in grote tradities. Buiten was frisse lucht.
Persoonlijke hygiëne beperkte zich
voornamelijk tot het bovenlichaam.
De dood ging in zwart gekleed en niemand keek op
van een rouwrand onder je nagels. Gezag sprak
uit eigen hoofde – onderworpenheid bood uitkomst voor alles.
Niet één bisschop haalde het trouwens in zijn hoofd
om voor Sinterklaas te spelen. Verzuiling
was een ander woord voor samenhang.
Wie calculeren zei bedoelde hoofdrekenen
en aan menig tekort viel nog een mouw te passen.
Suiker was een ziekte en sommige gesprekken werden
onvermijdelijk op fluistertoon gevoerd. De aarde was rond.
Maar met de opkomst van de kleurenfotografie
is veel van dat mooie verloren gegaan.