Lang, heel lang geleden, zo lang geleden dat eigenlijk niemand meer weet wanneer die tijd precies was, begrepen en verstonden alle mensen op aarde elkaar. Ze begrepen elkaar zelfs zo goed dat ze er geen woorden voor nodig hadden. Iedereen kon elkaars gedachten lezen en als iemand iets wilde of voelde dan begrepen de anderen in zijn omgeving dat onmiddellijk. In die tijd was het nog heel stil op aarde. Ook oorlogen bestonden nog niet, want iedereen begreep elkaar. Beschaving in de zin zoals wij die kennen bestond nog niet.
Ergens moet er toen een keer iets zijn misgegaan. Iemand dacht misschien per ongeluk een keer iets lelijks over een ander of iemand begreep de gedachte van een ander verkeerd, wie zal het zeggen. In ieder geval: voor het eerst werd iemand boos en gromde. De stilte werd doorbroken en de menselijke spraak was geboren. Nu begonnen de misverstanden zich pas echt op te stapelen en een lange periode van oorlogen, bloedvergieten en andere narigheden begon, waaraan nog steeds geen einde is gekomen.
Daarom was, in de tweede helft van de 19e eeuw, de uitvinding van de telefoon een grote vooruitgang. Vanaf toen was het namelijk mogelijk dat twee mensen die zich niet in elkaars nabijheid bevonden, met elkaar in gesprek gingen. Het grote voordeel hiervan was dat er niet meteen bij ieder misverstand klappen hoefden te vallen. Ja, het is niet overdreven om te stellen dat de telefoon in belangrijke mate aan een betere wereld heeft bijgedragen.
Zal de mensheid in de toekomst ooit weer het vermogen terug krijgen om zonder woorden, in een onmiddellijk begrip van elkaar, met elkaar te communiceren? Ik verwacht het wel. Er is veel dat daarop wijst. De ontwikkeling van de mobiele telefoon maakte het al mogelijk dat mensen 24 uur per dag onophoudelijk met elkaar verbonden zijn. We kunnen onze gedachten, gevoelens, vragen en antwoorden onophoudelijk met elkaar delen. En dankzij internet, sociale media en smartphones kunnen we nu ook voortdurend foto’s, filmpjes en selfies delen en live meekijken in elkaars wereld. De volgende stap zal ongetwijfeld zijn dat we hiervoor geen duur apparaat meer nodig hebben, maar dat we, aanvankelijk nog met behulp van een ingebrachte chip, maar op den duur zelfs zonder dat, de verbinding met elkaar tot stand kunnen brengen. De geluidsoverlast in de wereld zal hierdoor enorm afnemen. Stel u een vergadering van het parlement voor waarin regering en volksvertegenwoordiging zwijgend tegenover elkaar zitten. Men stemt woordenloos op elkaar af. Regeringspartijen en oppositie begrijpen elkaar, zonder dat er een woord gezegd wordt. Heel af en toe ziet men de voorzitter licht een wenkbrauw fronsen als een in stilte gevoerde discussie uit de hand dreigt te lopen, maar dat is dan ook alles. De vergadering eindigt met een hoge mate van consensus. Unaniem spreekt men, zonder woorden, het vertrouwen in elkaar uit.
Het laat zich denken dat in een wereld zo vol begrip en inlevingsvermogen een instelling als de telefonische hulpdienst spoedig overbodig zal worden. In een wereld waarin iedereen met moeilijkheden, gebreken of problemen stilzwijgend door zijn omgeving begrepen wordt is zoiets als georganiseerde hulpverlening in het beste geval spijkers op laag water zoeken en in het ergste geval het vragen om moeilijkheden. Is dat erg? Nee, want het ligt voor de hand dat in de ideale wereld die ik schets ook met de noden en behoeften van de vrijwilligers bij de telefonische hulpdienst volledig rekening wordt gehouden. Ik verwacht dan ook dat zij allen, zelfs zonder er maar om te hoeven vragen, een betaalde baan zullen krijgen aangeboden, al is nog niet precies duidelijk op welk gebied. Het duurt misschien nog even voor het zover is, maar tot die tijd kan het geen kwaad om ons alvast mentaal op deze grote en heilzame verandering voor te bereiden.
ja, ooit! Mooi geschreven.
mooi weer!!!