Zo ver het oog reikte

 

Zo leefden wij: poppetjes van luciferhout
waren we, aan boord van immense galjoenen
in flessen op de schoorsteenmantel. Water
was ver te zoeken. Stof overal buiten
in de kamer op de zware scheepsmeubels
in de gordijnen en vloerkleden en een papegaai
op een stok die ons de godganse dag
luidkeels vervloekte en niets liever gewild had
dan met zijn klauwen en snavel in
fladderend misbaar alle flessen aan gort op de grond
te vegen. Goed dat het kreng aan de ketting lag:
van zijn kleuren alleen al kreeg je schele hoofdpijn.

Stofvrij, meneertje. Achter glas. Aan de horizon de kamerdeur.
En altijd het gekrijs van die vogel die jou het licht
in je ogen niet gunde. Maar het ergste van alles was natuurlijk
dat je nooit zeker wist of je onderweg was of thuis.

 

5 gedachten over “Zo ver het oog reikte

    1. Dank! Het was nota bene n.a.v. een Schrijfveer van een tijdje terug: “zo leefden wij”. Die riep toen onmiddellijk het beeld bij mij op van poppetjes aan boord van een schip in een fles, maar kon er toen geen vervolg aan geven. Maar nu ging het associatiesluisje alsnog even open.

  1. Mooi gedicht Adriaan! Jammer voor de luciferpoppetjes dat ze zich niet thuis voelen in hun bestaan als reizigers-achter-glas…al maakt dat ze wel heel menselijk!

  2. Mooi hoor.
    Ik was weer even in het tehuis voor ex-zeevarenden, daar stikte het van die scheepjes, sommige bewoners hadden ze zelf gemaakt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s