Het woord is kweekvlees geworden
uitgewoonde gemanipuleerde materie
drijvend in een saus van gelatenheid
strekt het de kudde tot voedsel.
Het woord is groenteschnitzel geworden
morele zelfbevrediging van wereldverbeteraars
gepaneerd in plastic verpakt
in een biologisch afbreekbaar bakje.
Het woord is hamburger geworden
aan het einde van een lange lijdensweg
gekroond met ketchup, doorstoken met een vork
opgediend met het symbolisch brood.
Toch zal hij komen op de wolken
van grillrooster en barbecue
de troost en hoop van alle volken
schepper van varken, kip en koe.
Hem geldt het loflied dat ik zing:
the one and only Burger King.
Biljant!
Erg goed…
die eerste zin! (zou al voldoen)
Hoi Adriaan dat was ik, dus. (Carin) rare naam uit wanhoop ingetikt toen ik van m’n wordpress account af wou en toen dat niet mogelijk was!}
Ja, ik had je al herkend aan je emailadres dat WP er altijd zo zorgvuldig bij vermeldt. Bedankt voor je reactie. Vooral bij dit gedicht zijn complimenten van een slagersdochter natuurlijk meer dan welkom.
Knap Adriaan en geen woord te veel!!!
Mooi man. Niet bepaald een loflied.