Arts met vrije uitloop

Ik heb een haat-liefde-verhouding met mijn huisarts.

Als ik de praktijk bel om een afspraak te maken, zijn alle lijnen bezet en krijg ik de ingesprektoon. Na een keer of tien het nummer herhalen krijg ik verbinding met een lijzige stem, die mij vertelt dat alle lijnen bezet zijn. De telefoon gaat eindeloos over en op gezette tijden worden zinloze excuses door de lijzige stem tot vervelens toe herhaald. Er is ook een speciaal spoednummer, dat in geen geval voor niet-spoedeisende zaken gebruikt mag worden. Soms denk ik dat alle andere patiënten de praktijk toch via het speciale spoednummer proberen te bereiken en dat de assistentes  daarom te druk zijn om de gewone telefoon te kunnen aannemen. Wanneer de verbinding uiteindelijk toch tot stand komt volgt het onvermijdelijke bandje waarop de lijzige stem een zee aan keuzes voordraagt. Voor collegiaal overleg: toets 3. Alleen voor hulpverleners: toets 4. Voor uitsluitend spoed: bel het speciale spoednummer. Helemaal op het eind van de rit word je verzocht te wachten, waarna de verbinding soms om onverklaarbare redenen verbroken wordt. Toen enige tijd geleden in het NOS-journaal gemeld werd dat de Nederlandse huisarts slecht bereikbaar is, wist ik meteen waar het over ging. Ook begreep ik dat het feit dat de minister gezegd had dat dit afgelopen moest zijn, de beste garantie vormde voor het voortbestaan van het probleem.

Wanneer ik uiteindelijk het geluk heb één der assistentes aan de lijn te krijgen en te kennen geef dat ik een afspraak wil maken, word ik geconfronteerd met de aan onwil grenzende vasthoudendheid waarmee de assistente gaat informeren wat precies mijn klachten zijn. En hoe lang heeft u hier al last van? Wat voor pijn is het precies? Alleen overdag of ook ‘s nachts? Heb ik deze of gene remedie al geprobeerd? En dat hielp niet zeg ik? Ik voel me bijna schuldig dat ik op het spreekuur wil komen. Ik neem aan dat de assistente de instructie heeft om al deze vragen te stellen, maar het voelt alsof ze op zoek is naar een reden om mij te weigeren. Maar dan, als de assistente zwicht en ergens verderop in de week nog een klein gaatje op een onmogelijk tijdstip gevonden heeft – nee, dit is de enige mogelijkheid nog, het wordt anders echt volgende week – dan kan het dus zijn dat ik mijzelf enkele dagen later terugvind in het vertrek dat zo terecht de naam ‘wachtkamer’ draagt. De eerste tien minuten gebeurt er niets. De andere artsen uit het samenwerkingsverband hebben ieder al twee keer een patiënt  opgehaald, als eindelijk ook mijn huisarts verschijnt. Helaas, ze neemt iemand mee die al langer zit dan ik. Dit herhaalt zich een klein kwartier later nog eens. In het begin dacht ik: ze loopt iets uit, kan gebeuren. Inmiddels weet ik: ze loopt altijd uit. Ze kan niet anders. Alleen als er drie patiënten achter elkaar zouden uitvallen zou ze de vierde patiënt op de afgesproken tijd uit de wachtkamer komen halen en daarna zou ze onmiddellijk weer gaan uitlopen.  Als mijn huisarts een bloem of een plant was, zou ze echt heel goed verkopen, want ze loopt altijd uit.

Wanneer ik met een half uur vertraging door haar word opgehaald, wordt alles anders. Mijn huisarts is jong, vrouwelijk en aantrekkelijk. En omdat ze aardig gevonden wil worden geeft ze iedereen extra tijd, waardoor ze nogal eens uitloopt. Ik weet niet hoeveel mannen ze in de praktijk heeft die op haar vallen, maar ik val op haar. Ik begrijp dat het niets kan worden tussen ons, dat ik oud, onaantrekkelijk en heel erg gehuwd ben en dat zij ontzettend veel houdt van de aantrekkelijke, jonge en ongetwijfeld veelverdienende man met wie ze getrouwd is, maar toch: ik vind haar onweerstaanbaar. Een keer, in de winter kwam ik haar vlak voor sluitingstijd op straat in het winkelcentrum tegen. In het donker herkende ik haar niet eens, maar ook zonder die herkenning was er meteen iets in haar gestalte en manier van lopen dat al mijn mannelijke alarmbellen deed afgaan. Ik moest naar haar kijken, om vervolgens te ontdekken dat het mijn huisarts was die daar in het donker aan mij voorbijging, uiteraard zonder mij te herkennen.

Nu komt het doel van mijn bezoek in zicht. Ik moet mijn klacht met haar bespreken. Ze gaat me lichamelijk onderzoeken. En daarna geruststellen en uitleggen dat er niets aan de hand is waar ik me op mijn leeftijd zorgen over zou moeten maken. Ik vind haar nog steeds aantrekkelijk, maar tegelijk ben ik boos op haar omdat ze me zo lang heeft laten wachten, omdat ze een allemansvriend is, omdat ze niet sterk genoeg is om zich aan afgesproken tijden te houden, omdat ze telefonisch onbereikbaar is en omdat ze onmogelijke assistentes heeft ingehuurd die me bij haar vandaan willen houden. Intussen wil zij nog steeds aardig gevonden worden omdat ze heel goed weet dat ze me een half uur heeft laten wachten. Dat probeert ze goed te maken door me extra tijd en aandacht te geven. En dus zegt ze alles twee of drie keer, in lange, wollige zinnen waarvan ik denk: jaja, nu weet ik het wel. Dat kun je ook gewoon kort zeggen. Uiteindelijk weet ik niet meer wat ik voor haar voel. Ik vond haar aantrekkelijk, inmiddels vind ik haar ook gewoon onbenullig. Lief, maar eigenlijk ook heel dom. Een eigenaardige lust die ik nog niet van mijzelf kende kruipt nu in mij omhoog: een reviaans verlangen om haar op wrede wijze te bezitten en te straffen. Maar dan, net als mijn fantasieën met mij op de loop dreigen te gaan, beëindigt zij het consult met de woorden: En als het dan over één of twee weken niet minder is, neem dan nog even contact op. Natuurlijk, zeg ik glimlachend. Over één of twee weken. Ze loopt naar de deur en steekt haar hand uit. Dat was het dan weer. Tot ziens, zeg ik, loop de deur uit en krimp ineen als ik haar achter mij nog de meest onbenullige groet hoor uitspreken die ik kan bedenken: Doehoeg!

4 gedachten over “Arts met vrije uitloop

  1. heel mooi geschreven!

    Hartelijke groet Harry

    Op 1 mrt. 2013, om 13:54 heeft In scherpe bewoordingen het volgende geschreven:

    > >

  2. Een stuk uit mijn hart gegrepen en wat heb je het van a tot z prachtig uitgewerkt en geschreven. Ik hoop dat je het ergens heen (in) kan sturen. Dat ik het ooit terug vind in een bundel verhalen van je of zo.
    groet Sa!

  3. Nou hoop ik toch wel dat het binnenkort minder is, anders moet je weer die martelgang gaan, dat is toch om ziek van te worden.
    Wat het is, in elk geval beterschap. Wel weer een gaaf stuk. Doei!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s