I
Een onbestemd verdriet dat iedere dag
iets meer door mijn huid heen sijpelt
iets meer kou en verstijving brengt
iedere dag iets meer onbeweeglijk afwachten
ophouden met vragen peinzend staren
naar buiten zonder iets bijzonders te zien
dan leven dat zich afspeelt zonder diepgang
gewoon leven – onberedeneerd.
II
Het voorjaar is vergeefs ontmaskerd
met sneeuwklokjes en krokussen die bovengronds ontbinden
de kou die aantrekt, water hangend in de lucht
de wind blaast rond in cirkels
het zonlicht is teruggefloten
de aarde wentelt trager dan voorheen.
Aangrijpend en mooi.
Dankjewel.
Maar dan komt de lente, de lente hoe dan ook. Met bloesden en kiwiet en tureluur. En daarna de zomer met warmte en licht. En daarmee de rust dat het alles nog is.
In Frankrijk is alles anders, dat begrijp ik ook wel.
het eerste wat te veel benoemd, het tweede brengt door natuurschildering hetzelfde gevoel bij de lezer teweeg. En ja, alsof het bijna stilstaat allemaal, brr.
Dank je. Snap wat je bedoelt met ”iets teveel benoemd”, zonder dat ik meteen weet hoe ik het anders zou kunnen formuleren.
En toch ging er gisteren vroeg in de avond een merel helemaal uit zijn dak.
Prachtige zang, ik werd er vrolijk van.
Toegestaan. Het eerste kievitsei is tenslotte ook alweer geroofd.
Volgens mij wil je niet ontwaken uit je winterdepressie! Maar je hebt het wel echt poëtisch verwoord!