Het gillen van de boor is oorverdovend
al mijn oud zeer wordt hier verpulverd
en als verfijnder pijn verzilverd
de holle smeltkroes van mijn kies
biedt meerdere metalen ruimte
en wordt met veel aplomb gevuld.
Maar als ik ’s nachts in bed lig thuis
voel ik soms aan mijn wortels trekken
mijn mond is droog en vol met gruis
en in een hoekje van de kamer
hoor ik een vulling zachtjes lekken.
Als ik de slaap niet vatten kan
dan sta ik op, drink warme klappermelk
kijk nog een uurtje naar de buis
ga terug naar bed en droom van mijn Verlosser
die pijn lijdt, stervend in mijn plaats
hij hangt aan een ivoren kruis.