De schrik der zee, gestrand in een Valkenburgs pretpark.
Ik was de schrik der zee, tot ver in ’t land
vertelde men elkander de verhalen
over hoe ik de duivel zelf en zijn trawant
meedogenloos zonder genade liet kielhalen.
Schatten vergaarde ik met bloedvergieten
wie mij weerstond, vertelde het niet na
menige schuit liet ik naar de verdoemenis schieten
met tuig, bemanning, zeilen, mast en ra.
Toen strandde ik hier op dit eiland onbewoond
ik breng mijn dagen door met overleven
het is hier klein en door een grote waterplas omzoomd
om hier weer weg te komen, zou ik alles willen geven.
Vervloekt nog toe, wat baten mij mijn schatten
ik kan er hier geen ruk mee, had ik maar een schip
zou dit de straf soms zijn voor al het moorden en jatten
dat ik gedaan heb vóór die laatste klip?