De zon breekt door, de kindervrijmarkt kleurt oranje
het afgedankte speelgoed straalt je tegemoet
drie kleedjes verderop, daar kan je
eigengebakken brownies kopen: donker, vet en zoet.
Het harmonieorkest blaast al je zorgen weg en trommelt
en bijna wil je méé met de muziek
als in de verte plotseling het onweer rommelt
en het begint te hozen op het feestpubliek.
Ieder probeert te redden wat er nog te redden is
doorweekte knuffels drijven met het water mee
onder een paraplu verwerk ik de gebeurtenis.
Het leek weer zo’n mooi feest dit jaar, zonder Karst T.
maar mij bespringt opeens een vreemd soort droefenis:
heimwee naar Juliana, Bernhard, Soestdijk en het defilé.